Uitleg spelregels Solokaarten

Regelmatig worden er kaartavonden gehouden in Pannerden. Deze activiteiten staan ook in onze Activiteitenkalender. Men speelt op deze avonden meestal Klaverjassen, Jokeren en Solokaarten. Een van onze bezoekers heeft een speurtocht gehouden op het internet naar de spelregels van Solokaarten. Hij kon deze echter niet vinden, klaarblijkelijk een Liemerse aangelegenheid of elders onder een andere naam, en besloot daarop om samen met zijn vader deze spelregels op papier te zetten. Wellicht dat u na het lezen van de regels ook klaar bent om een avondje gezellig te gaan Solokaarten. Succes!

Solo kaarten

Solo kaarten is een kaartspel voor 4 t/m 6 personen. Het wordt gespeeld met een piket spel: alle kaarten met waarden 7 t/m de Aas, zonder de joker. Bij 4 spelers worden de kaarten met waarde 8 en de ruiten 9 en harten 9 ook niet gebruikt.

• Met 4 spelers krijgt iedereen 6 kaarten, gedeeld als 2x 3 kaarten
• Met 5 spelers krijgt iedereen 6 kaarten, gedeeld als 2x 3 kaarten.
• Met 6 spelers krijgt iedereen 5 kaarten, gedeeld als 1x 3 en 1x 2 kaarten.
• Na de deling wordt de resterende kaart open op tafel gelegd. Dit is de "Kijk".

De waarde van de kaarten is als volgt van hoog naar laag:

• Klaveren vrouw (Oud)
• Troef 7 (Spits)
• Schoppen vrouw (Bats),
• Troef Aas
• Troef koning
• Troef vrouw (indien harten of ruiten troef is)
• Troef boer
• Troef 10
• Troef 9
• Troef 8

Voor de niet troef kleuren geldt de conventionele telling (Aas hoogste, 7 laagste).

Het is gebruikelijk dat de klaveren vrouw apart wordt gelegd ("in de lamp wordt gestoken") zodat zij altijd in het spel is. Er is echter ook een variant waarin de klaveren vrouw gewoon in het spel zit en meegedeeld wordt.

Het spel verloop

De eerste deler wordt bepaald door het trekken van kaarten, diegene met de hoogste kaart (conventionele telling) is de eerste deler. Er wordt met de richting van klok mee gespeeld. Het spel begint met het bieden door de speler na de deler. De speler biedt het aantal slagen dat hij denkt te kunnen halen. Vervolgens kunnen de andere spelers, in de volgorde met de klok mee, kiezen of zij hoger bieden of passen. Als alle spelers geweest zijn mag de speler na de deler opnieuw bieden (altijd hoger dan het bod wat er ligt) of passen. Daarna mogen andere spelers weer kiezen tussen hoger bieden of passen. Dit gaat door tot uiteindelijk alle spelers behalve één passen. De speler die overblijft met het hoogste bod "heeft de Pot". Als iedereen past, wordt er opnieuw gedeeld.

Het volgende kan geboden worden (bij 4 en 5 spelers)

• Solo: 4 slagen, 3 punten
• Slag: 5 slagen, 4 punten
• Doe: 6 slagen, 6 punten

Bij zes spelers geldt

• Solo: 3 slagen, 3 punten
• Slag: 4 slagen, 4 punten
• Doe: 5 slagen, 6 punten

Deze biedingen kunnen worden verfijnd door te bieden als "eerste". Dat wil zeggen dat de speler die eerder zit (dichter bij de deler) bij gelijk bod het wint. Men kan ook bieden "zonder de kijk" en/of "zonder de Oud". Waarbij men dus geen gebruik maakt van de klaveren vrouw en/of de kaart die open ligt.
Het bieden moet beginnen bij een Solo, tenzij men gelijk een Doe denkt te halen. Dan mag gelijk een Doe geboden worden.

Een aantal voorbeelden

1) De deler is speler 1. Speler 2 biedt een Solo. Speler 3 biedt een Slag. Speler 2 biedt nu Eerste Slag. Als de andere spelers passen, heeft speler 2 het bieden gewonnen.

2) De deler is speler 1. Speler twee opent het bieden met een Doe. Speler 3 past, speler 4 biedt een Doe zonder de Kijk. Op dit moment heeft Speler 4 het hoogste bod. Maar speler 1 biedt een Doe zonder de Oud. Als de andere spelers nu passen dan heeft speler 1 de pot.

De speler die de Pot heeft, bepaalt nu de troefkleur en mag de Kijk kaart nemen of niet, rekening houdend met zijn bod. Als hij de Kijk neemt moet hij één kaart afleggen. Als hij met de Oud in de lamp speelt moet hij nog een kaart afleggen. Deze kaarten worden gedekt terzijde gelegd. De speler met de Pot die de Oud gebruikt heeft dus maar 5 kaarten in de hand.

De speler na de deler (die zit "voorop") komt nu uit. Hij mag met elke kleur behalve de troef uitkomen. Dit geldt echter niet wanner de speler die voorop zit, de pot heeft. Dan mag hij wel met de troef kleur uitkomen.

Kleur bekennen in een slag is verplicht. Wanneer men niet kan bekennen (bedienen) mag men introeven. Dit is niet verplicht. Onder troeven is niet toegestaan tenzij men niet anders kan of dat men moet bekennen.

Diegene die de slag wint komt de volgende slag uit. Dit gaat door totdat alle kaarten gespeeld zijn. Wanner de speler met de Pot, de Oud in de lamp wil spelen wijst hij naar de Oud maar pakt deze niet op om bij te leggen. Er is dus dan een slag met één kaart minder.

Aan het einde van het spel wordt gekeken of de speler met de Pot zijn bod gehaald heeft. Is dat gelukt dan krijgt hij het aantal punten dat er voor staat (zie boven). Als dat niet gelukt is, is hij "nat" en krijgt hij hetzelfde aantal punten in aftrek. Men kan negatief staan.
In tegenstelling tot klaverjassen telt met niet het aantal punten in de slag maar heeft men alleen een puntentelling gebaseerd op het winnen of verliezen van de spelronde. Diegene die passen krijgen geen punten erbij of eraf.
Voor het volgende spel wordt de speler na de deler de nieuwe deler.

Spelregels aangeleverd door Chera Bekker. Foto: RKPSC.COM